Hoge Raad 2 februari 2024 Hoge Raad 8 december 2023 Gerechtshof 's-Hertogenbosch 30 november 2023 Rechtbank Noord-Nederland 24 november 2023 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:GHDHA:2021:179 Gerechtshof Den Haag 27 januari 2021

ECLI:NL:GHDHA:2021:179

Datum: 27-01-2021

Onderwerp: Afstoten pensioen in eigen beheer

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht

Vindplaats: Avdr.nl

Beschikking na verwijzing Hoge Raad 17 april 2017 met betrekking tot afstorting pensioen in eigen beheer. De Hoge raad heeft op 14 februari 2020 beslist dat voor de hoogte van de commerciële waarde van het af te storten pensioen uitgegaan moet worden van de datum van de feitelijke afstorting. Of afstorting door de BV tot de mogelijkheden behoort, is afhankelijk van de financiële positie van de BV op de datum van de afstorting. De dwingendrechtelijke bepalingen van boek 2 BW dienen in acht te worden genomen, waaronder de uitkeringstest. De continuïteit van de BV mag als gevolg van de afstorting niet in gevaar komen. Naar het oordeel van het hof dient de balans van de vennootschap beoordeeld te worden op de datum van de afstorting. In het onderhavige geval wensen partijen uit te gaan van de balans van de vennootschap per 16 juni 2010. In die balans was een pensioenvoorziening opgenomen van slechts € 198.931, terwijl commerciële waarde van het pensioen per heden bedraagt € 635.730. Het hof heeft de balans van de BV aangepast met de hogere pensioenvoorziening en daarna beoordeeld of de BV over kon gaan tot afstorting. In het onderhavige geval heeft het hof gelet op alle omstandigheden van het geval beslist dat de directeur groot aandeelhouder niet verplicht is tot het overgaan tot afstorting van de pensioenrechten.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

prof. mr. Freek Schols

hoogleraar Radboud Universiteit privaatrecht, in het bijzonder notarieel recht