Hoge Raad 12 januari 2024 Rechtbank Rotterdam 28 december 2023 Rechtbank Gelderland 6 december 2023 Rechtbank Gelderland 5 december 2023 Rechtbank Gelderland 24 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:GHLEE:2008:BD5683 Gerechtshof Leeuwarden 18 juni 2008

ECLI:NL:GHLEE:2008:BD5683

Datum: 18-06-2008

Onderwerp: Evidentie van de fout

Rechtsgebiedenregister: Vastgoedrecht

Vindplaats: Extern

Thans is het de vraag of Steengoed in aanvulling hierop óók de kwaliteit van de zich onder de houten ondervloer bevindende (ondersteunings)constructie had dienen te controleren, alvorens hij de tegels legde.Naar ’s hofs oordeel dient deze vraag bevestigend te worden beantwoord, in die zin dat Steengoed op zijn minst [appellante ] had dienen te wijzen op het belang van een deugdelijke (ondersteunings)constructie onder de houten ondervloer. Zeker nu [appellante ], als leek, zich tot het professionele bedrijf van Steengoed heeft gewend, en specifiek de vraag heeft voorgelegd of het mogelijk was om een tegelvloer te leggen op een houten vloer, zoals door Steengoed is erkend (CvA punt 5), had Steengoed dit onder de aandacht van [appellante ] moeten brengen. Dat Steengoed, zoals zij stelt, geen verstand heeft van bouwkundige constructies van vloeren, maakt het voorgaande niet anders. Zo nodig hadden partijen c.q. [appellante ] een derde kunnen inschakelen voor de controle van de (ondersteunings)constructie van de houten ondervloer. Door echter in het geheel geen melding te maken van het belang van een deugdelijke (ondersteunings)constructie onder een houten ondervloer, is Steengoed naar 's hofs oordeel in de gegeven omstandigheden tekort geschoten in haar waarschuwingsplicht.Dit geldt temeer nu in de opdrachtbevestiging de zinsnede was opgenomen 'voor aanvang van de werkzaamheden komen wij de vloer nog eens bekijken', zodat [appellante ] er redelijkerwijs ook op mocht vertrouwen dat zich niet onverhoopt alsnog een probleem met de houten ondervloer zou aandienen. Hiermee slagen in zoverre de grieven II en III.

Ga naar uitspraak