Vordering tot doorbetaling van loon, nadat de werkgever de loonbetalingen heeft gestaakt en de werknemer niet meer heeft opgeroepen voor werkzaamheden. Het hof verwerpt het verweer van de werkgever dat de werknemer de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Het hof acht de vordering tot doorbetaling van loon dus toewijsbaar. Het hof verklaart de werkgever niet-ontvankelijk in het door hem pas bij memorie van antwoord in hoger beroep ingediende voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Gerechtshof Amsterdam 29 september 2020 (ECLI:NL:GHAMS:2020:2561) Voorwaardelijke ontbinding
- Hoge Raad 7 februari 2020 (Bedrog Directeur Zorg) (ECLI:NL:HR:2020:213) Herroeping van de ontbindingsbeschikking
- Hoge Raad 31 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:571) Verzoeken/vorderingen
-
- Hoge Raad 25 september 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1525) Voorwaardelijke ontbinding
- Hoge Raad 22 maart 2019 (Omega) (ECLI:NL:HR:2019:404) Termijnen
- Hoge Raad 23 december 2016 (Mediant) (ECLI:NL:HR:2016:2998 ) Ontslag op staande voet
Aanmelden | Gerechtshof 's-Hertogenbosch 7 april 2020
Rechtsgebiedenregister: Arbeidsrecht