ECLI:NL:HR:2023:20
Datum: 10-01-2023
Onderwerp: Noodweerexces
Overige onderwerpen: Noodweer(exces), Noodweer(exces), Noodweerexces
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Poging tot zware mishandeling door ex-vriend van buurvrouw met honkbalknuppel op zijn hoofd te slaan n.a.v. ruzie op straat tussen moeder en stiefvader van verdachte met ex-vriend en zoon van buurvrouw, art. 302.1 Sr. Noodweerexces, art. 41.2 Sr. Kon hof beroep op noodweerexces verwerpen o.g.v. wanverhouding tussen enerzijds aard en intensiteit van aanranding (door aangever duwen van moeder van verdachte) en anderzijds aard en intensiteit van verdediging (met honkbalknuppel op hoofd slaan)? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2016:456 m.b.t. vereisten voor geslaagd beroep op noodweerexces en i.h.b. wettelijk vereiste dat gedraging “onmiddellijk gevolg” moet zijn van hevige gemoedsbeweging. Hof heeft geoordeeld dat (hoewel bij verdachte sprake was van hevige, door wederrechtelijke aanranding van zijn moeder veroorzaakte, gemoedsbeweging, terwijl hij a.g.v. een bij hem vastgestelde hechtingsstoornis verhoogd vatbaar was voor ontstaan van zo’n gemoedsbeweging) beroep op noodweerexces niet slaagt gelet op “zeer sterke wanverhouding” tussen enerzijds aard en intensiteit van aanranding, die bestond uit het door aangever duwen van moeder van verdachte en anderzijds aard en intensiteit van verdediging, die bestond uit het éénmaal met honkbalknuppel gericht en zo hard op hoofd slaan dat aangever “out” ging. Hof heeft verwerping van beroep op noodweerexces niet toereikend gemotiveerd, in aanmerking genomen dat hof niet nader is ingegaan op (i) omstandigheid dat blijkens ‘s hofs vaststellingen sprake is geweest van escalerende situatie waarbij niet alleen moeder van verdachte werd geduwd maar direct daaraan voorafgaand aangever en diens zoon op ramen van auto van stiefvader van verdachte sloegen en schreeuwden dat hij uit zijn auto moest komen, zijn stiefvader een klap kreeg, openstaande autodeur met kracht tegen zich aan kreeg en ook zijn moeder werd aangevallen, (ii) aard en intensiteit van hevige gemoedsbeweging van verdachte, mede in relatie tot kennelijk door hof aangenomen hechtingsstoornis, en (iii) namens verdachte aangevoerde omstandigheden dat hij in paniek was toen hij zag dat zijn stiefvader werd belaagd en dat hij jong was en fysiek geen partij bood tegen (“potige”) aangever en diens zoon.
Volgt vernietiging en terugwijzing. CAG: anders.