Hoge Raad 22 maart 2024 Hoge Raad 15 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Hoge Raad 1 maart 2024 Hoge Raad 16 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2015:1868 Hoge Raad 10 juli 2015

ECLI:NL:HR:2015:1868

Datum: 10-07-2015

Onderwerp: Wie, wat waarom en wanneer

Rechtsgebiedenregister: Burgerlijk procesrecht

Vindplaats: Extern

Prejudiciële vragen (art. 392 Rv). Buitengerechtelijke incassokosten. Vallen buitengerechtelijke incassokosten (art. 6:96 lid 2 onder c BW) onder het begrip ‘kosten’ in art. 6:44 lid 1 BW? Strekking art. 6:44 BW (en art. 1433 (oud) BW). Bevoegdheid rechter om in B2B-relatie buitengerechtelijke incassokosten ambtshalve te matigen (art. 242 Rv). Strijd met art. 6 lid 3 Richtlijn 2011/7/EU? Relevantie Wet normering vergoeding kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte en het BIK in B2B-relaties. Beoordelingsvrijheid rechter bij vaststelling omvang en matiging buitengerechtelijke incassokosten in B2B-relaties (art. 6:96 lid 5 BW). Maatstaf. Belang van in branche gebruikelijk of door schuldenaar zelf gehanteerd incassopercentage. Betekenis afspraak met rechtsbijstandverlener dat tussen schuldeiser en schuldenaar bedongen incasso-percentage van de hoofdsom verschuldigd is aan de rechtsbijstandverlener.

Ga naar uitspraak