ECLI:NL:HR:2018:1117
Datum: 10-07-2018
Onderwerp: Aanranding nichtje
Overige onderwerpen: Bewijs tijdens het o.t.t., Unus testis
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Unus testis, art. 342.2 Sv. Feitelijke aanranding van de eerbaarheid van zijn nichtje, art. 246 Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2010:BM2452 m.b.t. het bewijsminimum van art. 342.2 Sv. Niet kan worden gezegd dat de tot het bewijs gebezigde verklaring van aangeefster onvoldoende steun vindt in het overige bewijsmateriaal. Hof heeft naast die verklaring o.m. tot het bewijs gebezigd de verklaring van verdachte dat hij naar de woning van aangeefster is toegegaan en haar van achter heeft 'beetgepakt en opgebeurd' om iets uit de kast te pakken, de verklaring van getuige A dat aangeefster kort nadat het incident had plaatsgevonden overstuur bij haar woning aankwam, waarbij de aangeefster trilde, schokte, huilde en naar adem snakte, en de verklaring van getuige B, die vervolgens ook in de woning van aangeefster aanwezig was en heeft waargenomen dat aangeefster huilde en vertelde wat er gebeurd was. Anders dan in het middel wordt betoogd, is dus van schending van art. 342.2 Sv geen sprake. Volgt verwerping.