Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2015:531 Hoge Raad 10 maart 2015

ECLI:NL:HR:2015:531

Datum: 10-03-2015

Onderwerp: TUL en DUT

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Jeugdrecht strafrecht

Vindplaats: Extern

Dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden. Art. 14e Sr en art. 77za.1 Sr. Een rechtelijke uitspraak mag in de regel pas tenuitvoergelegd worden nadat zij onherroepelijk is geworden en de in art. 77za Sr voorziene uitzondering op deze regel m.b.t. de dadelijke uitvoerbaarheid van de o.g.v. art. 77z Sr gestelde bijzondere voorwaarden dan wel het o.g.v. art. 77aa Sr uit te oefenen toezicht kan – ook volgens de wetsgeschiedenis – voor de veroordeelde verstrekkende gevolgen hebben. Mede gelet daarop zal de rechter in de motivering van zijn bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid ervan blijk dienen te geven zich ervan te hebben vergewist dat aan de in art. 77za Sr gestelde voorwaarden is voldaan. Meer in het bijzonder zal hij in een uitspraak waarin ten laste van de verdachte een misdrijf is bewezenverklaard dat is gericht tegen of gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, als zijn oordeel tot uitdrukking dienen te brengen dat en waarom ernstig rekening ermee moet worden gehouden dat de verdachte wederom zo een misdrijf zal begaan. Het Hof heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarde kennelijk uitsluitend bevolen op de grond “dat de verdachte behoefte heeft aan begeleiding”. Door aldus te overwegen heeft het Hof zijn beslissing ontoereikend gemotiveerd.

Ga naar uitspraak