Webinars over deze uitspraak
- Jeugdrecht straf deel 2 (mr. bc. Ad van der Linden | prof. mr. Paul Vlaardingerbroek)
- Jeugdstrafrecht | Verklaring omtrent gedrag en DNA-onderzoek (mr. bc. Ad van der Linden)
- Jeugdstrafrecht | Zware delicten door zeer jeugdige personen | Leeftijdsgrenzen strafrecht | Art. 77b Sr | Recht op vervolging (mr. bc. Ad van der Linden)
- Jeugdstrafrecht | Leeftijd jeudige cliënt niet bekend | DNA | Recht op vervolging | Ouders (mr. bc. Ad van der Linden)
Kinderrechter. Art. 495.3 Sv. Leeftijd verdachte niet exact vast te stellen. Blijkens de p-v’s van de tz. in e.a. is aldaar noch door verdachte noch door diens raadsman aangevoerd dat ex art. 495.3 Sv de kinderrechter diende deel te nemen aan het ottz. Gelet hierop en in aanmerking genomen hetgeen het Hof heeft vastgesteld kan het middel niet slagen.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Leeftijd jeudige client niet bekend
- Parket bij de Hoge Raad 4 oktober 2011 (ECLI:NL:PHR:2011:BQ2494)