ECLI:NL:HR:2021:694
Datum: 11-05-2021
Onderwerp: Vormverzuimen
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Voorhanden hebben van 2 pistolen, geluiddemper en munitie in woning (art. 13.1 en 26.1 WWM). Vormverzuim begaan buiten voorbereidend onderzoek, art. 359a Sv. Verwerping beroep op n-o OM en verweer strekkende tot bewijsuitsluiting o.g.v. onwaarheden in onderbouwing van vordering tot doorzoeking van woning. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2020:1889 m.b.t. vormverzuimen bij voorbereidend onderzoek en daarbuiten. Hof heeft vastgesteld dat p-v’s die i.h.k.v. aanloop naar doorzoeking van woning verdachte zijn opgemaakt “niet voldoen aan de ter zake geldende maatstaven” en dat verbalisanten “[d]oor getuige de naam van verdachte in de mond te leggen (...) waarheidsvinding [hebben] opgerekt, zo niet geweld aangedaan” en heeft geoordeeld dat dit “kwalijk” is. Aan verwerping van verweer heeft hof ten grondslag gelegd dat door verdediging gestelde vormverzuim is begaan in vooronderzoek naar verdenking van andere feiten dan aan verdachte in onderhavige zaak tlgd. overtredingen van WWM. Dat oordeel is niet z.m. begrijpelijk omdat hof in het midden heeft gelaten of door hem vastgesteld verzuim in aanloop naar doorzoeking van woning van verdachte, van ‘bepalende invloed is geweest’ op verloop van opsporingsonderzoek naar en/of vervolging van verdachte t.z.v. tlgd. feit. Gelet op in dat verband gevoerd verweer stond hof, indien die vraag bevestigend moet worden beantwoord, immers ter beoordeling of het, mede afhankelijk van zijn oordeel over aard en ernst van dat verzuim, daaraan een van de in ECLI:NL:HR:2020:1889 genoemde rechtsgevolgen had moeten verbinden. Volgt vernietiging en terugwijzing.