Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:516 Hoge Raad 13 april 2021

ECLI:NL:HR:2021:516

Datum: 13-04-2021

Onderwerp: Voorlopige hechtenis

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

OM-cassatie tegen beschikking hof waarbij AG bij het hof n-o is verklaard in zijn vorderingen om de schorsing van een bevel tot bewaring op te heffen en vervolgens de gevangenhouding te bevelen. Middel klaagt dat (1) hof ten onrechte heeft geoordeeld dat een geschorst bevel bewaring van rechtswege eindigt op dag na vonnis van rechtbank en (2) over oordeel hof dat wet geen rechtsingang biedt om gevangenhouding te gelasten in het geval dat verdachte zich in bewaring bevindt na aantekening van beroep tegen einduitspraak. HR: Ad 1. Over beëindiging van voorlopige hechtenis i.v.m. einduitspraak in eerste aanleg bepaalt wet slechts dat rechtbank “een bevel tot voorlopige hechtenis”, dus ook een geschorst bevel tot bewaring, dient op te heffen in de gevallen a.b.i. art. 72.3 en 4 Sv. Oordeel hof dat een geschorst bevel tot bewaring als zodanig van rechtswege eindigt op dag na vonnis, strookt daarmee niet. Ad 2. Uit wettelijk stelsel vloeit als uitgangspunt voort dat na het instellen van h.b. de hoger beroepsrechter bevoegde instantie is m.b.t. beslissingen over voorlopige hechtenis, dus ook over opheffing van een schorsing van de bewaring. Art. 75.1 Sv bepaalt, in overeenstemming met zojuist genoemde uitgangspunt, dat bevelen tot gevangenneming, gevangenhouding dan wel de verlenging daarvan na aantekening van beroep tegen einduitspraak worden gegeven door rechter in hoogste feitelijke aanleg. Uit deze bepaling volgt daarom dat rechter in hoogste feitelijke aanleg een bevel gevangenhouding kan geven, ook in het uitzonderlijke geval dat een verdachte zich in dit stadium in bewaring bevindt. Omstandigheid dat art. 75.1 Sv niet art. 65.1 Sv van overeenkomstige toepassing verklaart, maakt dit niet anders. In geval bewaring van verdachte is geschorst, heft hof deze schorsing op alvorens het bevel tot gevangenhouding te geven, omdat uit art. 65.1 Sv volgt dat alleen van een verdachte die zich in bewaring bevindt de gevangenhouding kan worden bevolen. Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak