ECLI:NL:HR:2021:1090
Datum: 13-07-2021
Onderwerp: ECLI:NL:HR:2021:1090 Diefstal konijnen door dierenactivisten,Noodtoestand en psychische overmacht
Overige onderwerpen: Getuigen inzake strafuitsluitingsgronden, Ondervragingsrecht
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Diefstal van konijnen uit dierenfokkerij door dierenactivist, art. 310 Sr. Afwijzing van bij appelschriftuur gedaan, ttz. in h.b. gehandhaafd en op latere tz. in h.b. herhaald verzoek tot horen van aangeefster ter onderbouwing van beroep op noodtoestand en (psychische) overmacht, omdat verdachte niet in zijn verdedigingsbelang is geschaad door het niet horen van getuige. Afwijzing verzoek in strijd met uitspraak EHRM in zaak Keskin tegen Nederland? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2021:576 (post-Keskin) m.b.t. beoordeling van getuigenverzoeken door feitenrechter in situatie dat verzoek betrekking heeft op getuige t.a.v. wie verdediging ondervragingsrecht nog niet heeft kunnen uitoefenen, terwijl getuige al (in vooronderzoek of anderszins) belastende verklaring heeft afgelegd. I.c. gaat het niet om verzoek dat betrekking heeft op uitoefenen van ondervragingsrecht i.v.m. een door getuige afgelegde belastende verklaring die voor bewijs kan worden gebruikt of al is gebruikt. Weliswaar heeft hof een door aangeefster afgelegde verklaring over wegnemen van nest konijnen door verdachte voor bewijs gebruikt maar uit verzoek van raadsman blijkt dat die verklaring niet wordt betwist, terwijl blijkens zijn voor bewijs gebruikte verklaring ook door verdachte niet wordt betwist dat hij moederkonijn met haar jongen uit fokkerij van aangeefster heeft weggenomen. In ‘s hofs uitspraak ligt besloten dat hof bij beoordeling van beroep op o.m. noodtoestand en (psychische) overmacht is uitgegaan van de door verdachte aan verweren ten grondslag liggende feiten en omstandigheden, die inhouden dat er in stallen van fokkerij van aangeefster sprake was van ernstige gezondheids- en welzijnsproblemen. Hof heeft, daarvan uitgaande, gemotiveerd geoordeeld dat die verweren niet slagen. Gelet op deze wijze van beoordelen van verweren is ’s hofs afwijzing van verzoek tot horen van aangeefster op de grond dat verdachte niet in zijn verdedigingsbelang is geschaad, niet onbegrijpelijk.Volgt verwerping.