Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2022:1196 Hoge Raad 13 september 2022

ECLI:NL:HR:2022:1196

Datum: 13-09-2022

Onderwerp: Bijzondere voorwaarde

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Diefstal, art. 310 Sr. Bijzondere voorwaarde, art. 14c.2.14 Sr. Uitleg van “andere voorwaarden, het gedrag van veroordeelde betreffende”. Kon hof als bijzondere voorwaarde stellen dat veroordeelde verplicht is om toestemming te geven voor raadplegen van alle door reclassering noodzakelijk geachte referenten? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2022:807 m.b.t. uitleg van gedragsvoorwaarde en vereisten voor stellen daarvan en uit HR:2021:1403, inhoudende dat regelingen van art. 14c.3.b Sr en art. 6:3:14 Sv er niet aan in de weg staan dat bijzondere voorwaarde a.b.i. art. 14c.2.14 Sr wordt gesteld die ertoe strekt toezicht op andere door rechter o.g.v. art. 14c.2 Sr gestelde bijzondere voorwaarde(n) mogelijk te maken of te bevorderen. Door hof gestelde bijzondere voorwaarde “dat veroordeelde verplicht is om toestemming te geven voor raadplegen van alle door reclassering noodzakelijk geachte referenten” voldoet niet aan hiervoor genoemde eisen en is daarom in strijd met art. 14c.2.14 Sr. Hof heeft immers in het midden gelaten hoe die voorwaarde zich precies verhoudt tot overige door hof gestelde bijzondere voorwaarden en al beschikbare mogelijkheden om toezicht op naleving van die voorwaarden te houden. Bovendien heeft hof door uitsluitend te bepalen dat verdachte toestemming moet geven voor raadplegen van “alle door reclassering noodzakelijk geachte referenten” o.m. niet duidelijk gemaakt wie als zodanige referenten kunnen worden aangemerkt en met welk doel deze referenten (mogen) worden benaderd.
Volgt (partiële) vernietiging t.a.v. bijzondere voorwaarde (zonder terugwijzing).

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht