ECLI:NL:HR:2016:2059
Datum: 13-09-2016
Onderwerp: Niet-ontvankelijkheid
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Profijtontneming. Klacht over de verwerping door het hof van het beroep op niet-ontvankelijkheid van het OM in de ontnemingsvordering. De HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2008:BD2578 m.b.t. de overschrijding van de redelijke termijn en niet-ontvankelijkheid van het OM en ECLI:NL:HR:2004:AM2533 m.b.t. de niet-ontvankelijkheid van het OM in geval van vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek. Het hof heeft verzuimd bepaaldelijk een beslissing te geven op het verweer dat het OM n-o moet worden verklaard op de grond dat "een adequate verdediging door het tijdsverloop niet langer mogelijk zou zijn". Het middel klaagt daarover terecht. Tot cassatie behoeft dat evenwel niet te leiden. Het hof had dat verweer immers slechts kunnen verwerpen, omdat het aan dat verweer ten grondslag gelegde niet kan leiden tot het oordeel dat een ernstige inbreuk is gemaakt op de verdedigingsrechten die van dien aard is en zodanig ernstig dat geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM.