Schennis van de eerbaarheid door op straat geslachtsdeel te tonen aan voorbijganger, art. 239.1 Sr. Unus testis, art. 342.2 Sv. Vindt verklaring aangeefster voldoende steun in aanwezigheid verdachte vlakbij (beweerde) plaats delict kort na voorval en omstandigheid dat aangeefster kort na voorval heeft gebeld met politie en haar echtgenoot? HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2010:BM2452 m.b.t. bewijsminimum van art. 342.2 Sv. ‘s Hofs oordeel dat bewijs dat verdachte het tlgd. heeft begaan niet alleen kan worden aangenomen o.g.v. hetgeen aangeefster heeft verklaard maar dat door haar vermelde f&o voldoende steun vinden in nader aangeduid ander bewijsmateriaal, is niet z.m. begrijpelijk. Voor dergelijke steun volstaan immers niet de door hof in dit verband in aanmerking genomen aanwezigheid van verdachte in de nabijheid van beweerde plaats delict kort nadat tlgd. voorval zich had voorgedaan, terwijl dat niet anders wordt door enkele omstandigheid dat aangeefster kort na tlgd. voorval telefonisch contact heeft gezocht met politie en met haar echtgenoot. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing. CAG: anders.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Bewijsminimum
- Hoge Raad 23 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1095)
- Hoge Raad 15 mei 2018 (ECLI:NL:HR:2018:717)
- Hoge Raad 10 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1354)
-
Unus testis
- Hoge Raad 5 oktober 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BN1728)
-
Bewijsminimum
- Hoge Raad 13 februari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:189)
Aanmelden | Hoge Raad 14 april 2020
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.nl? Maak een account aan