Rechtbank Rotterdam 13 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2016:1194 Hoge Raad 14 juni 2016

ECLI:NL:HR:2016:1194

Datum: 14-06-2016

Onderwerp: Zwijgrecht, niet altijd

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Jeugdrecht strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Voorhanden hebben van nepvuurwapen, “pepperspray”-wapen en munitie in woning, art. 13.1 WWM en art. 26.1 WWM. HR herhaalt relevante overweging uit ECLI:NL:HR:1999:ZD1169 en ECLI:NL:HR:1998:ZD1403, NJ 1999/152 m.b.t. het voorhanden hebben van een wapen of munitie. Gelet op hetgeen het Hof blijkens zijn bewijsvoering heeft vastgesteld t.a.v. het aantreffen van de wapens en de munitie in de woning en ’s Hofs oordeel dat onder de vastgestelde omstandigheden van verdachte een redelijke verklaring mag worden gevergd voor het aantreffen van de wapens en munitie in zijn woning en dat verdachte geen verklaring heeft gegeven, is ’s Hofs oordeel dat verdachte de wapens en munitie voorhanden heeft gehad en zich derhalve in meerdere of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van die wapens en munitie in de woning, niet onbegrijpelijk. CAG: anders. Samenhang met nr. 14/02276, nr. 14/03756 en nr. 15/03441.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)