Vrijwillige terugtred en poging. HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit HR LJN AZ2169 en HR LJN BN4351. Het oordeel van het Hof dat het beroep op vrijwillige terugtred moet worden verworpen omdat de verdachte de poging om de overval te plegen uitsluitend heeft gestaakt onder invloed van uitwendige prikkels en niet als gevolg van een impliciet wilsbesluit geeft in het licht van de aangehaalde arresten en de door het Hof vastgestelde omstandigheden geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Vrijwillige terugtred
- Hoge Raad 19 januari 2021 (ECLI:NL:HR:2021:81)
- Hoge Raad 19 mei 2020 (ECLI:NL:HR:2020:903)
- Hoge Raad 12 april 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BN4351)
-
Poging voorbereiding en terugtred
- Hoge Raad 19 mei 2020 (ECLI:NL:HR:2020:895)
-
Vrijwillige terugtred
- Hoge Raad 15 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:2025)
- Parket bij de Hoge Raad 14 januari 2020 (ECLI:NL:PHR:2020:21)
- Hoge Raad 14 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:421)
Aanmelden | Hoge Raad 14 oktober 2011
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht