Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:2012 Hoge Raad 15 december 2020

ECLI:NL:HR:2020:2012

Datum: 15-12-2020

Onderwerp: Geen geestelijk letsel

Rechtsgebiedenregister: Verbintenissenrecht, Ondernemingsrecht, Transport- en handelsrecht, Letselschaderecht, Strafrecht, Slachtofferrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Gewelddadige woningoverval in IJmuiden in 2014. Medeplegen diefstal met geweld, art. 311.2.2 Sr. 1. Vordering b.p., immateriële schade. Is sprake van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ a.b.i. art. 6:106b BW a.g.v. bewezenverklaard feit, nu hof niet heeft vastgesteld dat b.p. geestelijk letsel heeft opgelopen? 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr.Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2019:793 en ECLI:NL:HR:2019:376 m.b.t. gevallen waarin sprake kan zijn van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ a.b.i. art. 6:106.b BW. Uitgangspunt middel dat hof aantasting in persoon van b.p. mede heeft gebaseerd op stress die zijn echtgenote heeft ervaren, berust op onjuiste lezing van ’s hofs overwegingen, zodat middel in zoverre feitelijke grondslag mist. Hof heeft bewezenverklaard dat b.p. en zijn vriendin door verdachte en zijn mededaders in hun woning zijn overvallen, terwijl uit ‘s hofs overwegingen o.m. volgt dat slachtoffers zijn vastgebonden, hun monden zijn vastgeplakt en zij beiden met vuurwapen zijn bedreigd, terwijl b.p. klap in zijn nek heeft gekregen en is bedreigd met afsnijden van zijn penis. Hof heeft mede op grond hiervan geoordeeld dat op intimiderende wijze zeer ernstige inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van b.p. en dat daardoor sprake is van aantasting in persoon op andere wijze a.b.i. art. 6:106.b BW. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.Ad 2. Hof heeft verdachte verplichtingen opgelegd om aan Staat ten behoeve van in arrest genoemde slachtoffers in arrest vermelde bedragen te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door in arrest telkens genoemd aantal dagen hechtenis. HR zal ’s hofs uitspraak vernietigen v.zv. daarbij telkens vervangende hechtenis is toegepast overeenkomstig hetgeen is beslist in ECLI:NL:HR:2020:914. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

prof. mr. Anne Keirse

raadsheer Gerechtshof Amsterdam hoogleraar burgerlijk recht Universiteit Utrecht