Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:1376 Hoge Raad 15 september 2020

ECLI:NL:HR:2020:1376

Datum: 15-09-2020

Onderwerp: Medeplegen | drugs in inbouwkast

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Medeplegen aanwezig hebben heroïne (ongeveer 1.487,4 gram) in plastic tas in inbouwkast in door medeverdachte gebruikte en door verdachte 4 maal bezochte woning, art. 2.C Opiumwet. Bewijsklacht medeplegen. Heeft verdachte heroïne tezamen en in vereniging met ander opzettelijk aanwezig gehad? HR: Op redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Uit gebezigde b.m. kan niet volgen dat verdachte méér was dan bezoeker, nu b.m. in de kern slechts inhouden dat verdachte in periode van 13-12-2016 tot en met 15-3-2017 4 maal in woning is geweest, terwijl hoofdbewoner van woning de woning in bruikleen had gegeven aan medeverdachte. De 3 keer dat hij in aanwezigheid was van medeverdachte, was het steeds medeverdachte die deur opende. Op 7-1-2017 was hij in aanwezigheid van ander maar b.m. houden niet in dat verdachte toen zelfstandig met sleutel woning heeft betreden. Bovendien houden b.m. in dat op 13-12-2016 is gezien dat medeverdachte met 3 anderen woning is binnengegaan. Gelet hierop is ’s hofs oordeel dat verdachte ‘feitelijk gebruiker’ van woning was, zodat aangetroffen heroïne op 15-3-2017 zich in zijn machtssfeer bevond en hij wetenschap moet hebben gehad van aangetroffen heroïne, mede gelet op wat door verdachte is aangevoerd, onvoldoende gemotiveerd, in aanmerking genomen dat heroïne is aangetroffen in woonkamer van die woning in plastic zak die in inbouwkast lag. Hoewel gebezigde b.m. inhouden dat deur van deze inbouwkast openstond, geldt dat ook daar niet uit kan volgen dat heroïne zichtbaar in kast lag, nu b.m. inhouden dat heroïne is aangetroffen in plastic tas. Hieraan doet niet af dat in deze inbouwkast tevens een pers is aangetroffen die gebruikt wordt voor verpakken van verdovende middelen. Voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking blijkt evenmin uit gebezigde b.m. Ook indien verdachte wel op de hoogte zou zijn geweest van aanwezigheid van tas met heroïne in inbouwkast, valt niet in te zien o.g.v. welke vaststellingen kan worden geoordeeld dat verdachte bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd om die enkele wetenschap en zich niet distantiëren van deze heroïne te kwalificeren als medeplegen. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak