Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:1415 Hoge Raad 15 september 2020

ECLI:NL:HR:2020:1415

Datum: 15-09-2020

Onderwerp: Ontvankelijkheid verdachte in hoger beroep

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Art. 416.2 Sv na veroordeling t.z.v. rijden onder invloed (art. 8.5 WVW 1994) en rijden terwijl overgifte rijbewijs is gevorderd (art. 9.7 WVW 1994). Dubbel verstek. Dient (ná 14-dagentermijn maar vóór tz. in h.b.) door raadsman van verdachte naar hof gezonden faxbericht (“h.b. is gericht tegen bewezenverklaring en strafmaat”), dat zich bij stukken van geding bevindt, te worden aangemerkt als “schriftuur houdende grieven”? In art. 416.2 Sv bedoeld geval dat verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend doet zich niet voor indien schriftuur buiten in art. 410.1 Sv genoemde termijn van 14 dagen na instelling van h.b. maar wel voorafgaand aan tz. in h.b is ingediend (vgl. ECLI:NL:HR:2013:585). Hetzelfde geldt indien dergelijke schriftuur kennelijk met het oog op naderende tz. in h.b. niet op griffie van gerecht dat vonnis heeft gewezen maar op griffie van hof waar zaak in h.b. dient, is ingediend (vgl. ECLI:NL:HR:2019:1480). Hof heeft mede op de grond dat door verdachte geen schriftuur houdende grieven is ingediend, verdachte ex art. 416.2 Sv n-o verklaard in ingesteld h.b. Uit namens verdachte naar hof gezonden faxbericht moet echter worden afgeleid dat namens verdachte schriftuur houdende grieven is ingediend. ‘s Hofs andersluidende oordeel is daardoor onbegrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak