Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2014:3618 Hoge Raad 16 december 2014

ECLI:NL:HR:2014:3618

Datum: 16-12-2014

Onderwerp: Witwassen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Witwassen, art. 420bis Sr. De HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:150 en ECLI:NL:HR:2014:702. 1. Bewijsklacht. Uit de ‘afsluitende overweging’ waarin het Hof in dit verband o.m. verwijst naar diefstallen door verdachte, vloeit rechtstreeks voort dat voormelde geldbedragen onmiddellijk afkomstig waren uit een door verdachte zelf begaan misdrijf. Het Hof - dat kennelijk ervan uitging dat een nadere motivering nodig was - heeft in dit verband weliswaar overwogen dat het voorhanden hebben van de geldbedragen “heeft bijgedragen tot het verbergen of verhullen van de criminele herkomst ervan”, maar heeft tegelijkertijd niet meer vastgesteld dan dat verdachte een geldbedrag onder zich had en een geldbedrag in een kluis in zijn woning bewaarde, terwijl uit die vaststellingen niet z.m. voortvloeit dat verdachte daarmee in het bijzonder ook de criminele herkomst van dat geld heeft getracht te verbergen of te verhullen. Voor vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak voor een nieuwe behandeling bestaat echter onvoldoende grond, aangezien door zo een partiële vernietiging de aard en de ernst van het feit in zijn geheel beschouwd niet wordt aangetast. 2. Slagende klacht over de verbeurdverklaring van een personenauto. Bij de aan de HR gezonden stukken bevindt zich een beslissing tot teruggave van een in beslag genomen personenauto. Hieruit volgt dat het beslag op deze personenauto reeds was beëindigd t.t.v. de beslissing van het Hof tot verbeurdverklaring daarvan. De verbeurdverklaring is daarom niet begrijpelijk.

Ga naar uitspraak