Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2014:3620 Hoge Raad 16 december 2014

ECLI:NL:HR:2014:3620

Datum: 16-12-2014

Onderwerp: Roekeloosheid

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Schuld i.d.z.v. roekeloosheid, art. 6 en 175 WVW 1994. De HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:960. Het Hof heeft zijn oordeel dat te dezen sprake is van roekeloosheid voorzien van een motivering als in deze overwegingen bedoeld. V.zv. het middel klaagt dat die motivering tekortschiet nu de door het Hof vastgestelde omstandigheden niet zonder meer toereikend zijn voor het oordeel dat verdachte ‘roekeloos’ i.d.z.v. art. 6 jo. art. 175 WVW 1994 heeft gereden, faalt het. Daarbij neemt de HR in aanmerking dat uit de bewijsvoering kan worden afgeleid dat het Hof acht heeft geslagen op het samenstel van gedragingen van verdachte, welk samenstel eruit bestaat dat verdachte, kort gezegd, als bestuurder van een motorrijtuig, nadat hij met een andere bestuurder, te midden van medeweggebruikers, in een wedstrijdachtige achtervolging verwikkeld was geraakt, over langere afstand met zeer grote overschrijding van de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 km per uur heeft gereden en hij, bekend met de situatie ter plaatse, vervolgens met onverminderde snelheid door rood licht een kruispunt is opgereden. Aldus heeft het Hof toereikend in zijn bewijsvoering tot uitdrukking gebracht dat zich hier een uitzonderlijk geval voordoet.

Ga naar uitspraak