Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:391 Hoge Raad 16 maart 2021

ECLI:NL:HR:2021:391

Datum: 16-03-2021

Onderwerp: Vervolging overheid

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Caribische zaak. Feitelijk leiding geven aan onjuist en onvolledig doen van aangifte winstbelasting door rechtspersoon in Sint-Maarten (meermalen gepleegd), art. 49 Algemene landsverordening Landsbelastingen (oud). Bewijsklacht feitelijk leiding geven, art. 53 SrNA (oud). Kan uit bewijsmiddelen worden afgeleid dat verdachte feitelijk leiding heeft geven aan gedragingen van rechtspersoon? HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2016:733 m.b.t. daderschap van rechtspersonen en vraag of iemand als feitelijke leidinggever voor door rechtspersoon begaan strafbaar feit aansprakelijk is. Bewezenverklaring, inhoudende dat verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan bewezenverklaarde gedragingen van rechtspersoon bestaande uit het doen van onvolledige en onjuiste aangiften, kan niet z.m. uit inhoud van gebruikte b.m. worden afgeleid. Uitspraak is daarom ontoereikend gemotiveerd. Daarbij neemt HR in aanmerking dat hof niet heeft vastgesteld of, en zo ja in welke mate verdachte betrokken was bij het doen van aangiften winstbelasting over 2009, 2010 en 2011 door rechtspersoon. Enkele vaststellingen dat verdachte met medeverdachte de financiële constructie met rechtspersoon heeft laten opzetten en dat zij beiden vergaande bemoeienissen hadden met de gang van zaken binnen rechtspersoon, kunnen die bewezenverklaring niet dragen. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 19/04583 A.

Ga naar uitspraak