ECLI:NL:HR:2021:391
Datum: 16-03-2021
Onderwerp: Vervolging overheid
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Caribische zaak. Feitelijk leiding geven aan onjuist en onvolledig doen van aangifte winstbelasting door rechtspersoon in Sint-Maarten (meermalen gepleegd), art. 49 Algemene landsverordening Landsbelastingen (oud). Bewijsklacht feitelijk leiding geven, art. 53 SrNA (oud). Kan uit bewijsmiddelen worden afgeleid dat verdachte feitelijk leiding heeft geven aan gedragingen van rechtspersoon? HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2016:733 m.b.t. daderschap van rechtspersonen en vraag of iemand als feitelijke leidinggever voor door rechtspersoon begaan strafbaar feit aansprakelijk is. Bewezenverklaring, inhoudende dat verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan bewezenverklaarde gedragingen van rechtspersoon bestaande uit het doen van onvolledige en onjuiste aangiften, kan niet z.m. uit inhoud van gebruikte b.m. worden afgeleid. Uitspraak is daarom ontoereikend gemotiveerd. Daarbij neemt HR in aanmerking dat hof niet heeft vastgesteld of, en zo ja in welke mate verdachte betrokken was bij het doen van aangiften winstbelasting over 2009, 2010 en 2011 door rechtspersoon. Enkele vaststellingen dat verdachte met medeverdachte de financiële constructie met rechtspersoon heeft laten opzetten en dat zij beiden vergaande bemoeienissen hadden met de gang van zaken binnen rechtspersoon, kunnen die bewezenverklaring niet dragen. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 19/04583 A.