ECLI:NL:HR:2018:1934
Datum: 16-10-2018
Onderwerp: Overzichtsarresten 2018/2019
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Belediging ambtenaar in functie, meermalen gepleegd (art. 267.2 jo. 266.1 Sr) en wederspannigheid (art. 180 Sr). Niet beslist op voorafgaand aan tz. per e-mail gedaan en ttz. herhaald aanhoudingsverzoek van gemachtigde raadsvrouwe op de grond dat verdachte is verhinderd omdat hij net kindje heeft gekregen dat nog in ziekenhuis verblijft. Overzichtsarrest aanhoudingsverzoeken, art. 281, 328, 329, 330 en 331.1 Sv. HR maakt aan de hand van zijn eerdere rechtspraak enkele algemene opmerkingen over de wijze waarop verzoeken tot aanhouding van onderzoek ttz. die verband houden met aanwezigheidsrecht van verdachte, waaronder begrepen het recht van verdachte om zich in zijn afwezigheid ttz. door daartoe uitdrukkelijk gemachtigde raadsman te doen verdedigen, te worden onderbouwd en door rechter te worden beoordeeld. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2005:AT5663 inhoudende dat uiteindelijke beslissing op aanhoudingsverzoek ttz. dient te worden genomen en in p-v van die tz. dient te worden vastgelegd, ECLI:NL:HR:2018:251 m.b.t. bevoegdheid rechter om aanhoudingsverzoek af te wijzen op de grond dat aan verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk is, ECLI:NL:HR:1999:ZD1314 m.b.t. te maken belangenafweging bij het nemen van beslissing op aanhoudingsverzoek en ECLI:NL:HR:2000:AA5730 m.b.t. toetsingskader i.g.v. aanhoudingsverzoek wegens ziekte van verdachte. Rechter dient belangenafweging te maken in concrete omstandigheden van het geval en i.g.v. afwijzing van verzoek daarop gebaseerde beslissing te motiveren, terwijl die motivering in cassatie slechts op haar begrijpelijkheid kan worden getoetst. P-v van tz. in h.b. houdt in strijd met hetgeen is vooropgesteld geen uitdrukkelijke en gemotiveerde beslissing in omtrent verzoek van raadsvrouwe tot aanhouding van de behandeling van de zaak. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 17/01053 en 17/01054.