Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:614 Hoge Raad 17 april 2018

ECLI:NL:HR:2018:614

Datum: 17-04-2018

Onderwerp: Criteria uos

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Gekwalificeerde wederspannigheid en mishandeling door tijdens aanhouding politieambtenaar tegen been te schoppen en hoofd tegen diens borstkas te laten vallen en andere politieambtenaar tegen been te schoppen en in zijn vinger te bijten. Uos betrouwbaarheid op ambtseed opgemaakte p-v’s opsporingsambtenaren t.a.v. tegen hen gepleegde feiten, art. 344.2 en 359.2 Sv? Het middel, dat klaagt dat het Hof in strijd met art. 359.2 Sv heeft verzuimd i.h.b. de redenen op te geven waarom het is afgeweken van een door de verdediging naar voren gebracht uos ertoe strekkende dat verdachte moet worden vrijgesproken van tenlastegelegde feiten, is op de gronden vermeld in de CAG terecht voorgesteld. CAG: Herhaalt relevante overwegingen HR uit ECLI:NL:HR:2015:1799 t.a.v. het als enig b.m. tot het bewijs bezigen van een door een bevoegde opsporingsambtenaar op ambtseed opgemaakt p-v waaraan ex art. 344.2 Sv de daar voorziene bijzondere bewijskracht toekomt. In aanmerking genomen dat verdachtes raadsman wijst op diverse onverenigbaarheden tussen de verklaringen van de verbalisanten en de beelden die beschikbaar zijn van het onderhavige voorval kan hetgeen verdachtes raadsman heeft aangevoerd bezwaarlijk anders worden verstaan dan als uos in de zin van art. 359.2 Sv. Hof is aan dit standpunt voorbijgegaan zonder te motiveren waarom.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Gerlof Meijer

senior rechter Rechtbank Overijssel auteur, docent en theatermaker