Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:446 Hoge Raad 17 maart 2020

ECLI:NL:HR:2020:446

Datum: 17-03-2020

Onderwerp: Getuigen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Poging tot verkrachting van destijds 13-jarig meisje (art. 242 Sr). Motivering afwijzing (herhaald) verzoek tot horen van aangeefster over seksuele handelingen die verdachte met aangeefster zou hebben verricht, daarbij uitgeoefende dwang en aan die handelingen voorafgaande gebeurtenissen. Oordeel hof is niet z.m. begrijpelijk, nu hof niet heeft vastgesteld dat verdediging bij eerder studioverhoor in de gelegenheid is geweest vragen te (doen) stellen aan aangeefster en hof niet heeft gemotiveerd waarom de beantwoording van de aan aangeefster te stellen vragen over (omstandigheden waaronder en wijze waarop) seksuele handelingen die met haar zouden hebben plaatsgevonden, redelijkerwijs niet van belang kan zijn voor enige in de strafzaak te nemen beslissing. V.zv. hof leeftijd en kwetsbaarheid van aangeefster zou hebben willen betrekken in zijn oordeel, merkt HR nog het volgende op. HR herhaalt relevante overwegingen uit EHRM nr. 54789/00 (Bocos Cuesta) en ECLI:NL:HR:2010:BL9001 m.b.t. het afzien van het ondervragen van getuige indien gegrond vermoeden bestaat dat gezondheid of welzijn van getuige door het afleggen van verklaring ttz. in gevaar wordt gebracht. Bij de toetsing in cassatie van beslissing om op deze grond het verzoek tot het horen van getuige af te wijzen kan een rol spelen of rechter zich heeft uitgelaten over de mogelijkheid om bij het horen als getuige maatregelen te treffen ter bescherming van het belang van het welzijn van getuige (vgl. ECLI:NL:HR:2017:1227). Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak