Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2017:706 Hoge Raad 18 april 2017

ECLI:NL:HR:2017:706

Datum: 18-04-2017

Onderwerp: Controle en opsporing

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Art. 359a Sv. 1. Geen beslissing op verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het OM in de vervolging op de grond dat de politie een bestuursrechtelijke bevoegdheid heeft ingezet voor een strafrechtelijk doel. 2. Toepassingsbereik art. 359a Sv; vormverzuim moet zijn begaan bij het voorbereidend onderzoek tegen vd. t.z.v. het aan hem tlgd. feit.Ad 1. Het middel klaagt terecht dat het Hof heeft verzuimd bepaaldelijk een beslissing te geven op het verweer dat het OM in de vervolging niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit verzuim leidt niet tot cassatie, omdat niet-ontvankelijkverklaring van het OM in de vervolging als in art. 359a Sv voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking komt (vgl. ECLI:NL:HR:2004:AM2533). Het Hof had het verweer slechts kunnen verwerpen. Ad 2. De HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2004:AM2533. Het Hof heeft aan de verwerping van het tot bewijsuitsluiting strekkende verweer als zijn oordeel ten grondslag gelegd dat de controle van het voertuig waarin vd reed, niet heeft plaatsgevonden i.h.k.v. het voorbereidend onderzoek van het in deze zaak tlgd. en bewezenverklaarde misdrijf van art. 311 Sr, zodat reeds op die grond geen sprake is van een vormverzuim waaraan op grond van art. 359a.1.b Sv het rechtsgevolg van bewijsuitsluiting kan worden verbonden. Voorts ligt in ’s Hofs overwegingen besloten dat de controle van het voertuig heeft plaatsgevonden i.v.m. recente woninginbraken in Soest en kennelijk in zoverre onderzoek i.v.m. strafbare feiten betrof, waaronder de tlgd. inbraak die plaatsvond enkele dagen voor de genoemde controle. Gelet op het vorenstaande is het oordeel van het Hof dat de controle van het voertuig niet heeft plaatsgevonden i.h.k.v. het voorbereidend onderzoek van het in deze zaak tlgd. en bewezenverklaarde misdrijf van art. 311 Sr, ontoereikend gemotiveerd. Aan het vorenoverwogene doet niet af hetgeen de HR in o.m. ECLI:NL:HR:2016:2454 heeft geoordeeld t.a.v. het uitoefenen van controlebevoegdheden door opsporingsambtenaren. Volgt vernietiging. CAG: anders t.a.v. middelen 1 en 2.

Ga naar uitspraak