ECLI:NL:HR:2014:351

Datum: 18-02-2014

Onderwerp: Roekeloosheid

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Schuld in de zin van roekeloosheid. Art. 6, 175 WVW 1994. De HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:960. In het licht van deze overwegingen schiet ’s Hofs bewijsvoering tekort. De door het Hof i.h.b. in aanmerking genomen omstandigheden – kort gezegd: fors alcoholgebruik en ernstige tekortkomingen m.b.t. de verkeersdeelname – zouden toereikend kunnen zijn voor het oordeel dat verdachte, zoals eveneens is tlgd. “zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend” heeft gereden onder de in art. 175.3 WVW 1994 tot strafverhoging leidende omstandigheden, maar zij zijn niet z.m. toereikend voor ’s Hofs oordeel dat verdachte “roekeloos” in de zin van art. 6 jo. 175.2 WVW 1994 heeft gereden.

Ga naar uitspraak