Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2017:2391 Hoge Raad 19 september 2017

ECLI:NL:HR:2017:2391

Datum: 19-09-2017

Onderwerp: Recidive

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Strafmotvering. HR verduidelijkt de regels m.b.t. in de strafmotivering opgenomen f&o, meer in het bijzonder een niet-tenlastegelegd feit. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2010:BM9968. Met een onherroepelijke veroordeling wordt een onherroepelijke strafbeschikking gelijkgesteld. De strafbeschikking of veroordeling dient in beginsel op het moment dat deze in aanmerking wordt genomen onherroepelijk te zijn. Wanneer echter wordt overwogen dat een eerdere veroordeling of strafbeschikking verdachte er niet van heeft weerhouden wederom een strafbaar feit te plegen, dient deze eerdere veroordeling of strafbeschikking onherroepelijk te zijn op het moment van het plegen van het nieuwe feit. Indien de rechter de eerdere veroordeling of strafbeschikking noemt in de strafmotivering dan mag ervan worden uitgegaan dat dit tot een zwaardere straf heeft geleid. Dit kan anders zijn indien die vermelding is opgenomen n.a.v. hetgeen de verdediging heeft opgemerkt m.b.t. de persoonlijke omstandigheden van verdachte, daaronder begrepen de justitieel documentatie. Hof heeft als onderdeel van zijn strafmotivering, in antwoord op hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht, slechts tot uitdrukking gebracht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf nog steeds opportuun te achten en geen aanleiding te zien om een taakstraf op te leggen.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob Baumgardt

advocaat Baumgardt Strafcassatie Advocatuur