Hoge Raad 2 april 2019

ECLI:NL:HR:2019:473

Datum: 02-04-2019

Onderwerp(en): Strafbare voorbereiding

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Medeplegen voorbereidingshandelingen afpersing door volgapparatuur aan te schaffen en voorhanden te hebben teneinde met als prostituee werkzame medeverdachte klanten die medeverdachte ontving af te persen, art. 317 jo. 46 Sr. 1. Ongeoorloofde beperking cassatieberoep. 2. Begrip “afpersing” a.b.i. art. 317.1 Sr.

Ad 1. Blijkens akte partiële intrekking cassatie is beroep niet gericht tegen de vrijspraak van de voorbereiding van "diefstal met geweldpleging (in vereniging)" en "opzettelijke vrijheidsberoving (in vereniging)". HR aanvaardt deze beperking niet nu de onderdelen van het tlgd. voorbereidingsdelict die in de akte worden uitgesloten van het beroep in cassatie niet onderdelen van een samengestelde tll. betreffen waarin een zelfstandig strafrechtelijk verwijt is omschreven a.b.i. ECLI:NL:HR:2013:CA1610.

Ad 2. Buiten het zich hier niet voordoende geval van art. 317.2 Sr is voor afpersing vereist dat de dwang wordt uitgeoefend "door geweld of bedreiging met geweld". Nu uit de bewijsvoering niet z.m. kan worden afgeleid dat het opzet van verdachte was gericht op het voorbereiden van het "door geweld of bedreiging met geweld" iemand dwingen tot de in art. 317.1 Sr bedoelde prestaties, is de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Volgt partiële vernietiging (voor het gehele voorbereidingsfeit) en terugwijzing. Samenhang met 17/01065.

Uitspraken met hetzelfde onderwerp: