Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2019:474 Hoge Raad 2 april 2019

ECLI:NL:HR:2019:474

Datum: 02-04-2019

Onderwerp: Witwashandelingen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Medeplegen gewoontewitwassen door aanzienlijke geldbedragen contant aan te nemen, te vervoeren en in kluis in door verdachte onderhands gehuurde woning te bewaren, art. 420bis.1.a jo. 420ter Sr. “Verbergen” en “verhullen” a.b.i. art. 420bis.1.a Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2017:236, inhoudende dat “verbergen” en “verhullen” betrekking hebben op gedragingen die erop zijn gericht het zicht te bemoeilijken op wie rechthebbende op voorwerp, terwijl die gedragingen tevens geschikt moeten zijn om dat doel te bereiken. Hof heeft o.m. vastgesteld dat verdachte en zijn mededader in de tlgd. periode herhaaldelijk contante, uit misdrijf afkomstige, geldbedragen van in totaal ruim 4,5 miljoen euro van "de groep A” hebben ontvangen en deze bedragen telkens vervoerd naar en vervolgens bewaard in kluis in woning hebben. Die woning werd gedurende tlgd. periode ondershands gehuurd door verdachte, maar volgens GBA waren andere personen ingeschreven op dat adres. Na inbeslagname heeft niemand zich als rechthebbende op geld gemeld bij justitiële autoriteiten. ’s Hofs oordeel dat verdachte en zijn mededader door deze wijze van bewaren van geldbedragen hebben "verborgen" of "verhuld" wie rechthebbende op die geldbedragen was, geeft gelet op hetgeen hiervoor is vooropgesteld niet blijk van onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Volgt verwerping. Samenhang met 16/05038 en 16/05216.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)