Rechtbank Rotterdam 13 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:140 Hoge Raad 2 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:140

Datum: 02-02-2021

Onderwerp: Schadeverhaal

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Slachtofferrecht

Vindplaats: Extern

Verleiding van 16-jarige jongen met verstandelijke beperking door toentertijd 48-jarige verdachte, art. 248a Sr. 1. Vordering b.p. Mag verdachte, wiens vermogen onder bewind is gesteld en op wie schuldsaneringsregeling is toegepast, zichzelf verdedigen tegen vordering b.p. of had hof ambtshalve bewindvoerders van verdachte moeten oproepen? Art. 51f.4 Sv. 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr. Ad 1. Opvatting dat ingeval goederen van verdachte onder bewind zijn gesteld en m.b.t. verdachte toepassing van schuldsanering is uitgesproken, verdachte niet zelfstandig kan procederen m.b.t. tegen hem ingestelde vordering b.p. maar hij in rechte moet worden vertegenwoordigd door bewindvoerder, vindt geen steun in het recht. Uit bewoordingen van art. 51f.4 Sv en uit wetsgeschiedenis volgt dat bepalingen van bijstand of vertegenwoordiging, nodig in burgerlijke zaken, in strafgeding niet van toepassing zijn op verdachte.Ad 2. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.

Ga naar uitspraak