Rechtbank Rotterdam 13 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:139 Hoge Raad 2 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:139

Datum: 02-02-2021

Onderwerp: Schadeverhaal

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Slachtofferrecht

Vindplaats: Extern

Diefstal met geweld (d.m.v. valse sleutels), meermalen gepleegd (art.312.1 en 312.2.3 Sr). 1. Vordering b.p. Mag verdachte, wiens vermogen onder bewind is gesteld, zichzelf verdedigen tegen vordering b.p. of moeten procedures over goederen van verdachte die onder bewind zijn gesteld tegen bewindvoerder worden gevoerd? Art. 51f.4 Sv. 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr. Ad 1. Opvatting dat ingeval goederen van verdachte onder bewind zijn gesteld niet verdachte maar bewindvoerder in rechte moet worden betrokken in procedure betreffende vordering b.p., omdat verdachte ex art. 1:441.1 BW m.b.t. zijn vermogen niet als verwerende partij in rechte kan optreden, vindt geen steun in het recht. Uit bewoordingen van art. 51f.4 Sv en uit wetsgeschiedenis volgt dat bepalingen van bijstand of vertegenwoordiging, nodig in burgerlijke zaken, in strafgeding niet van toepassing zijn op verdachte. Ad 2. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.

Ga naar uitspraak