Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:139 Hoge Raad 2 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:139

Datum: 02-02-2021

Onderwerp: Schadeverhaal

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Slachtofferrecht

Vindplaats: Extern

Diefstal met geweld (d.m.v. valse sleutels), meermalen gepleegd (art.312.1 en 312.2.3 Sr). 1. Vordering b.p. Mag verdachte, wiens vermogen onder bewind is gesteld, zichzelf verdedigen tegen vordering b.p. of moeten procedures over goederen van verdachte die onder bewind zijn gesteld tegen bewindvoerder worden gevoerd? Art. 51f.4 Sv. 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr. Ad 1. Opvatting dat ingeval goederen van verdachte onder bewind zijn gesteld niet verdachte maar bewindvoerder in rechte moet worden betrokken in procedure betreffende vordering b.p., omdat verdachte ex art. 1:441.1 BW m.b.t. zijn vermogen niet als verwerende partij in rechte kan optreden, vindt geen steun in het recht. Uit bewoordingen van art. 51f.4 Sv en uit wetsgeschiedenis volgt dat bepalingen van bijstand of vertegenwoordiging, nodig in burgerlijke zaken, in strafgeding niet van toepassing zijn op verdachte. Ad 2. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.

Ga naar uitspraak