ECLI:NL:HR:2021:139
Datum: 02-02-2021
Onderwerp: Schadeverhaal
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Slachtofferrecht
Vindplaats: Extern
Diefstal met geweld (d.m.v. valse sleutels), meermalen gepleegd (art.312.1 en 312.2.3 Sr). 1. Vordering b.p. Mag verdachte, wiens vermogen onder bewind is gesteld, zichzelf verdedigen tegen vordering b.p. of moeten procedures over goederen van verdachte die onder bewind zijn gesteld tegen bewindvoerder worden gevoerd? Art. 51f.4 Sv. 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr. Ad 1. Opvatting dat ingeval goederen van verdachte onder bewind zijn gesteld niet verdachte maar bewindvoerder in rechte moet worden betrokken in procedure betreffende vordering b.p., omdat verdachte ex art. 1:441.1 BW m.b.t. zijn vermogen niet als verwerende partij in rechte kan optreden, vindt geen steun in het recht. Uit bewoordingen van art. 51f.4 Sv en uit wetsgeschiedenis volgt dat bepalingen van bijstand of vertegenwoordiging, nodig in burgerlijke zaken, in strafgeding niet van toepassing zijn op verdachte. Ad 2. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.