Hoge Raad 21 maart 2025 Rechtbank Rotterdam 13 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Hoge Raad 12 november 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:975 Hoge Raad 2 juni 2020

ECLI:NL:HR:2020:975

Datum: 02-06-2020

Onderwerp: Poging

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Poging tot medeplegen invoer 250 kilo cocaïne in Nederland door als bemiddelaar op te treden tussen leverancier van cocaïne in Colombia en afnemers van cocaïne in Nederland, terwijl politie ingrijpt op het moment dat cocaïne voor kust van Colombia op zee drijft in afwachting van vaststelling van kredietwaardigheid kopers. Strafbare poging. Begin van uitvoering van binnen grondgebied brengen van cocaïne in Nederland? V.zv. hof heeft vastgesteld dat te leveren partij cocaïne “al onderweg was naar Nederland”, is dit niet z.m. begrijpelijk, nu uit bewijsvoering niet meer kan worden afgeleid dan dat partij op zee lag voor kust van land van herkomst. Uit ’s hofs bewijsvoering volgt verder dat kredietwaardigheid van afnemers nog moest worden aangetoond, voordat invoer van cocaïne in Nederland daadwerkelijk (verder) in gang zou worden gezet. In het licht daarvan is ‘s hofs oordeel dat sprake was van begin van uitvoering van binnen Nederland brengen van cocaïne ook niet z.m. begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht

prof. mr. Dirk Herman de Jong

emeritus hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen straf- en strafprocesrecht