Rechtbank Den Haag 22 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2024 Hoge Raad 15 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2011:BQ3876 Hoge Raad 2 september 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ3876

Datum: 02-09-2011

Onderwerp: Samenlevenden en draagplicht voor schulden

Rechtsgebiedenregister: Erfrecht, Verbintenissenrecht, Personen- en familierecht

Vindplaats: Avdr.nl, LegalFlix


Maatschap; art. 7A:1655 e.v. BW. (Stilzwijgende) totstandkoming overeenkomst van maatschap tussen samenwerkende dierenartsen? Temeer waar schriftelijk contract ontbreekt, kan totstandkoming overeenkomst mede worden afgeleid uit een tussen partijen op enig moment bestaande feitelijke situatie. Hof heeft verschillende verklaringen en gedragingen van partijen in aanmerking genomen en is nagegaan wat partijen over en weer uit deze verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijze mochten afleiden, zonder daarbij een of meer specifieke momenten aan te wijzen waarop enige betrokkene zich welbewust als vennoot jegens enige andere betrokkene heeft opgesteld. Oordeel hof dat partijen zich jegens elkaar (stilzwijgend) hadden verbonden als vennoten in maatschapsverband samen te werken, met toepassing van juiste maatstaf tot stand gekomen. Nu niet vaststaat op basis van wat voor soort afzonderlijke overeenkomsten partijen mogelijk eerst werkzaam zijn geweest, kan niet worden gezegd dat rechtszekerheid zich in onderlinge verhouding tussen partijen verzet tegen stilzwijgende totstandkoming overeenkomst van maatschap. Beroep op HR 5 april 2002, LJN AD8186, NJ 2003/124 gaat dan ook niet op, te meer niet nu rechtbank in het daarin besliste geval, anders dan hof in onderhavig zaak, zich (ten onrechte) niet had begeven in beantwoording vraag of partijen zich - beoordeeld aan hand van vermelde maatstaf - jegens elkaar hadden verbonden. Omstandigheid dat tussen enkele van betrokken partijen aanvankelijk afzonderlijke overeenkomsten van opdracht bestonden, staat op zichzelf niet eraan in de weg dat rechtsverhouding tussen partijen verandert zonder dat tussen hen een specifiek daarop gerichte overeenkomst is gesloten. Motivering oordeel rechter dat rechtsverhouding tussen partijen zich heeft ontwikkeld van een overeenkomst van opdracht in een overeenkomst van maatschap, moet aan hoge eisen voldoen. Motivering hof voldoet aan deze eisen.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. dr. Luuk Reurich

raadsheer plaatsvervanger Gerechtshof Den Haag rechter plaatsvervanger Rechtbank Noord-Holland

prof. mr. Freek Schols

hoogleraar Radboud Universiteit privaatrecht, in het bijzonder notarieel recht