Aanmerkelijke kans. O.g.v. ’s Hofs vaststellingen moet er in cassatie van worden uitgegaan dat verdachte de hem verweten gedragingen niet willens en wetens op de dood van X heeft gericht. Het Hof heeft immers het opzet in voorwaardelijke vorm bewezen geacht en daaraan een afzonderlijke bewijsoverweging gewijd. Dat sprake was van een aanmerkelijke kans dat X door de in de bewezenverklaring bedoelde schoten dodelijk zou worden getroffen, kan niet zonder meer uit ’s Hofs bewijsvoering volgen. De bewijsmiddelen houden immers in dat X zich t.t.v. het lossen van de schoten in de slaapkamer bevond, terwijl die slaapkamer niet in het verlengde van de voordeur was gelegen. Gelet hierop is ’s Hofs oordeel dat een aanmerkelijke kans bestond dat één van de kogels X dodelijk zou raken, niet zonder meer begrijpelijk (vgl. HR LJN AT2760). Het bewezenverklaarde opzet is niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Hoge Raad 7 september 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1221) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 30 maart 2021 (ECLI:NL:HR:2021:388) Poging en voorbereiding
- Hoge Raad 5 april 2016 (ECLI:NL:HR:2016:575) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 5 december 2006 (ECLI:NL:HR:2006:AZ1668) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 31 augustus 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AP1187) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 5 december 2000 (ECLI:NL:HR:2000:AA8824) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 8 september 1987 (ECLI:NL:HR:1987:AC0501) Artikel 45 en 46a Sr
-
- Hoge Raad 7 september 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1227) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 30 maart 2021 (ECLI:NL:HR:2021:389) Poging
- Hoge Raad 27 maart 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BT6362) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 6 september 2005 (ECLI:NL:HR:2005:AT2760) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 2 oktober 2001 (ECLI:NL:HR:2001:AB2806) Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 24 maart 1992 (ECLI:NL:HR:1992:ZC9006) Artikel 45 en 46a Sr
Aanmelden | Hoge Raad 20 april 2010
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht