ECLI:NL:HR:2021:619

Datum: 20-04-2021

Onderwerp: Vormverzuim en alcohol in verkeer

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern


OM-cassatie. Vrijspraak t.z.v. rijden onder invloed van cannabis, art. 8.5 WVW 1994. Onderzoek a.b.i. art. 8.5 WVW 1994 niet uitgevoerd binnen vereiste anderhalf uur maar na 1 uur en 30 minuten. Behoort art. 12.3 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer tot stelsel van strikte waarborgen? Van ‘een onderzoek’ a.b.i. art. 8.5 WVW 1994 is slechts sprake indien waarborgen zijn nageleefd waarmee wetgever dat onderzoek met het oog op betrouwbaarheid van resultaten daarvan heeft omringd (vgl. HR:2020:1684). Aan de in art. 12.3 Besluit opgenomen termijnstelling (anderhalf uur) ligt blijkens toelichting daarop in de kern ten grondslag dat door tijdsverloop de concentratie van de in art. 2 Besluit aangewezen stoffen in het bloed vermindert, waardoor langer durend tijdsverloop ertoe kan leiden dat de in het afgenomen bloed gemeten concentratie onder toegestane grenswaarde komt. Daarmee wordt “risico steeds groter (...) dat bestuurder t.a.v. wie o.b.v. speekselonderzoek of onderzoek van psychomotorische functies en oog- en spraakfuncties een verdenking van drugsgebruik is gerezen, n.a.v. bloedonderzoek vrijuit gaat”. Dat betekent echter niet dat onderzoek waarbij eerst na verstrijken van tijdsbestek van anderhalf uur bloed is afgenomen, geen betrouwbaar resultaat geeft van de(voor bewezenverklaring beslissende) op dat moment in afgenomen bloed aanwezige concentratie van die stoffen. Daaruit volgt dat voorschrift niet rechtstreeks in verband staat met juistheid en betrouwbaarheid van resultaten van verricht onderzoek. ‘s Hofs oordeel hof dat, nu verrichte bloedafname niet binnen het in art. 12.3 BADG genoemde tijdsbestek is verricht, geen sprake is geweest van ‘een onderzoek’ ex art. 8.5 WVW 1994 en dat daarom verdachte van het hem tlgd. moet worden vrijgesproken, is gelet op het voorgaande niet juist. Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak