Hoge Raad 15 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Rechtbank Rotterdam 9 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 7 februari 2024 Rechtbank Amsterdam 6 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:1998:ZC2587 Hoge Raad 20 februari 1998

ECLI:NL:HR:1998:ZC2587

Datum: 20-02-1998

Onderwerp: Invloed algemeen vermogensrecht

Overige onderwerpen: Onderzoeksplicht franchisenemer

Rechtsgebiedenregister: Huurrecht, Verbintenissenrecht

Vindplaats: Avdr.nl, LegalFlix

Onvoorziene omstandigheden; maatstaf. Huurder vordert ontbinding en schadevergoeding op grond van onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) vanwege tegenvallende bezoekersaantallen. Onjuiste aanduiding gedagvaarde.Het moet voor ABP die op de cassatiedagvaarding is verschenen, van meet af aan duidelijk zijn geweest dat sprake was van een vergissing en dat niet haar rechtsvoorgangster, maar zij zelf werd bedoeld.Voor toepassing van art. 6:258 BW is alleen plaats wanneer de onvoorziene omstandigheden, die bij totstandkoming van de overeenkomst nog in de toekomst lagen, van dien aard zijn dat de wederpartij van degene die herziening van de overeenkomst verlangt, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding niet mag verwachten. Hieraan is niet spoedig voldaan. Zo hier al sprake is van een door partijen niet de overeenkomst verdisconteerde omstandigheid in de zin van art. 6:258 BW, komt deze voor rekening van eiseres.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Toine de Bie

senior raadsheer Gerechtshof Amsterdam docent Universiteit van Amsterdam

mr. dr. Luuk Reurich

raadsheer plaatsvervanger Gerechtshof Den Haag rechter plaatsvervanger Rechtbank Noord-Holland