Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:202 Hoge Raad 20 februari 2018

ECLI:NL:HR:2018:202

Datum: 20-02-2018

Onderwerp: Kinderen | 248b Valkenburgse zedenzaak taakstrafverbod

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

OM-cassatie. Valkenburgse zedenzaak. Jeugdprostitutie, art. 248b Sr. Oplegging taakstraf in combinatie met onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één dag i.s.m. taakstrafverbod? Art. 22b.3 Sr staat in de in art. 22b.1 en 22b.2 Sr vermelde gevallen de oplegging van een taakstraf toe indien naast de taakstraf ook een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd. Deze combinatie van taakstraf en onvoorwaardelijke gevangenisstraf is, gelet op art. 9.4 Sr, mogelijk indien het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen deel van die gevangenisstraf ten hoogste zes maanden bedraagt. Wat betreft de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf geldt o.g.v. art. 10.2 Sr dat de duur daarvan ten minste één dag bedraagt. De opvatting dat art. 22b.3 Sr oplegging van een taakstraf uitsluitend toelaat indien tevens een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van "substantiële" duur wordt opgelegd, is - gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en in aanmerking genomen de wetsgeschiedenis - onjuist. De strafoplegging is voorts niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd. Samenhang met 17/00283, 17/00285, 17/00286, 17/00287 en 17/01737.

Ga naar uitspraak