Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:236 Hoge Raad 20 februari 2018

ECLI:NL:HR:2018:236

Datum: 20-02-2018

Uitspraak naam: Gemeente Stichtse Vecht

Onderwerp: Vervolging overheid

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Cassatie in het belang der wet. Strafrechtelijke immuniteit gemeente i.g.v. nalaten onderhoud te plegen aan de weg en voldoende verkeersmaatregelen te nemen? Vervolging gemeente Stichtse Vecht wegens dood door schuld n.a.v. verkeersongeval veroorzaakt door gebreken in de toestand van de weg waarbij motorrijdster en passagier om het leven zijn gekomen. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:1998:AA9342 (Pikmeer II) m.b.t. gevallen waarin sprake is van strafrechtelijke immuniteit van openbaar lichaam. V.zv. de tlgd. gedragingen zien op nalaten van het nemen van verkeersmaatregelen in de vorm van lokale snelheidsbeperking, wegafzetting of plaatsing van waarschuwingsborden, volgt uit het wettelijke kader dat de plaatsing van afzettingen en van verkeersborden die een maximumsnelheid aangeven in beginsel krachtens een verkeersbesluit van een openbaar lichaam a.b.i. art. 18.1 (oud) WVW 1994 dient te geschieden en volgt uit art. 1a BABW dat het anderen dan degenen die daartoe bevoegd zijn verboden is op, langs of boven de wegen verkeerstekens aan te brengen of te verwijderen. Met haar kennelijke oordeel dat ondanks dit e.e.a. de tlgd. gedragingen - die in de kern neerkomen op het achterwege laten van het nemen van de voor verkeersmaatregelen vereiste besluiten - naar hun aard en gelet op het wettelijk systeem ook door anderen dan bestuursfunctionarissen i.h.k.v. de uitvoering van de aan het openbaar lichaam opgedragen bestuurstaak kunnen worden verricht, heeft de Rb het hiervoor overwogene miskend. V.zv. de tlgd. gedragingen zien op nalaten van het plegen van onderhoud aan de weg, ligt in de overwegingen van de Rb besloten dat deze gedragingen niet kunnen worden beschouwd als gedragingen die rechtens niet anders dan door bestuursfunctionarissen kunnen worden verricht. De o.g.v. art. 16 Wegenwet op de gemeente rustende zorgplicht m.b.t. het wegbeheer betekent niet dat het feitelijke onderhoud van de wegen - en daarmee ook nalaten van het plegen van dit onderhoud - naar zijn aard en gelet op het wettelijk systeem niet door anderen dan bestuursfunctionarissen i.h.k.v. de uitvoering van de aan het openbaar lichaam opgedragen bestuurstaak kan worden verricht. Oordeel Rb geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. CAG: anders.

Ga naar uitspraak