Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2017:1114 Hoge Raad 20 juni 2017

ECLI:NL:HR:2017:1114

Datum: 20-06-2017

Onderwerp: Voortgezette handeling

Overige onderwerpen: Eendaadse samenloop

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Opiumwetdelicten (art. 10a en 10.5 Opiumwet). Eendaadse samenloop (art. 55.1 Sr) en voortgezette handeling (art. 56.1 Sr). De HR wijdt algemene beschouwing aan eendaadse samenloop en voortgezette handeling vanwege het belang van deze regelingen in feitelijke aanleg. De zeer beperkte toetsing in cassatie zal niet veranderen. De HR benadrukt dat een enigszins uiteenlopen van de strekking van de desbetreffende strafbepalingen niet in de weg staat aan het aannemen van eendaadse samenloop of een voortgezette handeling. Voor eendaadse samenloop komt het vooral aan op de vraag of de bewezenverklaarde gedragingen in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. Voor de voortgezette handeling komt het erop aan of de verschillende bewezenverklaarde, elkaar in tijd opvolgende gedragingen (ook met betrekking tot het “wilsbesluit”) zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. Het voorgaande brengt mee dat het toepassingsbereik van de regelingen ruimer is dan wellicht uit eerdere rechtspraak kon worden afgeleid. Het toetsingskader voor “één feit” a.b.i. art. 55.1 Sr kan echter niet gelijkgeschakeld worden met het toetsingskader voor “hetzelfde feit” a.b.i. art. 68 Sr. Denkbaar is dat de feitenrechter in geval van eendaadse samenloop, teneinde onevenredige aansprakelijkheid te voorkomen, enkelvoudige kwalificatie aangewezen acht. ’s Hofs oordeel dat m.b.t. het onder 1 en 2 bewezenverklaarde sprake is van meerdaadse samenloop is niet z.m. begrijpelijk gelet op het hiervoor overwogene en in aanmerking genomen dat sprake is van een vergelijkbare strekking van de toepasselijke strafbepalingen en een zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex, terwijl in ’s Hofs overwegingen besloten ligt dat de onder 2 bewezenverklaarde voorbereidingshandelingen slechts zien op het onder 1 bewezenverklaarde feit. Geen cassatie, omdat verdachte geen belang heeft bij de klacht.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob Baumgardt

advocaat Baumgardt Strafcassatie Advocatuur