Binnentreden. Art. 1.1 Awbi. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte vóór het binnentreden in de woning daartoe toestemming heeft gegeven, doch niet blijkt dat het Hof daarbij het in de pleitnota vervatte onderdeel van het verweer dat de verbalisanten in strijd met art. 1.1 Awbi niet voorafgaand aan het binnentreden in de woning mededeling hebben gedaan van het doel van dat binnentreden en dat zulks tot bewijsuitsluiting moet leiden heeft betrokken. HR herhaalt HR 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5321, NJ 2013/308. Het verzuim behoeft niet tot cassatie te leiden, nu het gevoerde verweer blijkens de pleitnota slechts inhoudt dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim en dat zulks tot bewijsuitsluiting moet leiden, terwijl over het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het daardoor veroorzaakte nadeel niet meer is aangevoerd dan dat anders mogelijk snel duidelijk was geweest dat het niet X was die zich in de woning bevond, maar de verdachte. Conclusie AG: anders.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
vormverzuimverweren
- Hoge Raad 23 januari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:78)
-
Verweer 350 Sv
- Hoge Raad 10 maart 2015 (ECLI:NL:HR:2015:542)
-
Hoge Raad 23 juni 2020 | Vormverziumen
- Hoge Raad 4 januari 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BM6673)
-
Smartphone
- Hoge Raad 4 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:592)
-
Vormverzuimverweren
- Hoge Raad 9 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3541)
- Hoge Raad 7 januari 2014 (ECLI:NL:HR:2014:36)
Aanmelden | Hoge Raad 21 januari 2014
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.com? Maak een account aan