Rechtbank Noord-Holland 28 augustus 2024 Raad van State 5 juli 2024 Raad van State 26 juni 2024 Rechtbank Den Haag 20 juni 2024 Parket bij de Hoge Raad 11 juni 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2019:780 Hoge Raad 21 mei 2019

ECLI:NL:HR:2019:780

Datum: 21-05-2019

Onderwerp: Hoge Raad 21 mei 2019

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Gekwalificeerde doodslag in Limburgs drugsverslaafden circuit door ander met kogel door achterhoofd te schieten en hem vervolgens van aanzienlijk geldbedrag te beroven, art. 288 jo. 287 Sr. Uos over onbetrouwbaarheid van voor bewijs gebruikte bekennende verklaringen van verdachte, die hij later heeft ingetrokken, onderbouwd met deskundigenrapport met als conclusie dat er meer steun is voor scenario dat bekentenissen van verdachte onjuist zijn dan voor scenario dat deze juist zijn. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2006:AU9130, inhoudende dat selectie en waardering van beschikbaar feitenmateriaal is voorbehouden aan feitenrechter en motiveringsplicht voor rechter ex art. 359.2 Sv in geval van uos t.a.v. gebruikt bewijsmateriaal. Hof heeft in afwijking van hetgeen raadsman met een beroep op deskundigenrapport in h.b. heeft aangevoerd, bekennende verklaringen van verdachte betrouwbaar geacht. Daarbij heeft Hof in aanmerking genomen dat deze verklaringen steun vinden in andere b.m. Hof heeft ter motivering van die afwijking voorts o.m. overwogen dat bij beoordeling van betrouwbaarheid van bekennende verklaring, door politie uitgeoefende druk en gebruikte verhoortechnieken belangrijke oorzaken kunnen zijn voor totstandkoming van valse bekentenissen, doch dat deze factoren i.c. geen rol kunnen hebben gespeeld nu verdachte zich spontaan tot politie wendde, bekennende verklaring duidelijk en ondubbelzinnig was en op meerdere dagen is herhaald, en verdachte daaraan voorafgaand al t.o.v. derden bekennend heeft verklaard. Hof heeft voorts overwogen dat en waarom het, mede in het licht van omstandigheid dat deskundige in zijn rapportage buiten terrein van zijn deskundigheid is getreden, geen waarde toekent aan deskundigenoordeel over (on)betrouwbaarheid van bekennende verklaringen. Aldus heeft Hof t.a.v. naar voren gebracht uos redenen opgegeven a.b.i. art. 359.2 Sv die ertoe hebben geleid dat dit standpunt niet door Hof is aanvaard. Mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen behoefde Hof niet nader in te gaan op hetgeen door raadsman voor het overige en m.b.t. deskundigenrapport is aangevoerd. Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Gerlof Meijer

senior rechter Rechtbank Overijssel auteur, docent en theatermaker