Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2005:AU3887 Hoge Raad 22 november 2005

ECLI:NL:HR:2005:AU3887

Datum: 22-11-2005

Onderwerp: Art 77b Sr

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Jeugdrecht strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Moord in Terra College. 1. Toepassing meerderjarigenstrafrecht. 2. Gedragsdeskundig advies. Ad 1. Het hof heeft bij de beoordeling van de vraag of het meerderjarigenstrafrecht zou moeten worden toegepast verdachtes persoonlijkheid laten meewegen door te wijzen op de door de gedragsdeskundigen vastgestelde zwakbegaafdheid, de daarmee samenhangende gestagneerde persoonlijkheidsontwikkeling en de agressieproblematiek, en in verband daarmee op de o.g.v. die persoonlijkheidsproblematiek door de deskundigen geschatte behandelingsduur. Die op de gegevens omtrent de persoonlijkheid van verdachte gebaseerde schatting is voor het hof tegen de achtergrond van de mogelijkheden die het bestaande sanctiestelsel biedt om de veroordeelde binnen het kader van een strafrechtelijke sanctie de bij die problematiek passende en noodzakelijk geachte behandeling te laten ondergaan, mede bepalend geweest om het meerderjarigenstrafrecht toe te passen. ’s Hofs overwegingen zijn niet onbegrijpelijk. Voorzover in cassatie wordt geklaagd dat ’s hofs strafmotivering onbegrijpelijk is nu de gedragsdeskundigen die over verdachte hebben gerapporteerd allen van oordeel zijn dat het strafrecht voor jeugdigen zou moeten worden toegepast, kan die klacht niet tot cassatie leiden, nu het hof niet was gebonden aan die adviezen. Ad 2. Het hof behoefde het aangevoerde (alle deskundigen stellen dat een PIJ-maatregel aangewezen is en dat toepassing van het meerderjarigenstrafrecht contra geïndiceerd is; de deskundigen is niet gevraagd zich uit te laten over de oplegging van TBS; de psychiater i.c. is een kinderpyschiater en dus niet toegerust op het geven van TBS-adviezen) niet op te vatten als verweer, daartoe strekkende dat niet beschikbaar was een schriftelijk advies ex art. 37a.3 jo. 37.2 Sr dat aan daaraan te stellen eisen voldeed, waarop het hof gemotiveerd diende te beslissen. Een stelling als hiervoor bedoeld kan niet voor het eerst in cassatie worden betrokken. Overigens verdient opmerking dat ter terechtzitting in appèl de desbetreffende deskundigen mede over de oplegging van TBS en de daaraan verbonden nadelen zijn gehoord. Voorzover het middel ertoe strekt dat een kinder- en jeugdpsychiater geen advies ex art. 37.2 Sr kan uitbrengen, miskent het dat een kinder- en jeugdpsychiater een psychiater is ex art. 90septies Sr en uit dien hoofde een dergelijk advies, dat mede betrekking kan hebben op de wenselijkheid van de oplegging van een maatregel uit het sanctierecht voor meerderjarigen, kan uitbrengen. De omstandigheid dat de TBS een maatregel uit het sanctierecht voor volwassenen is maakt dit niet anders.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Ad van der Linden

oud-(kinder)rechter, medewerker Universiteit Utrecht, voorzitter Beroepscollege Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en van de Regionale Klachtencommissie Jeugd Eemland