Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:438 Hoge Raad 23 maart 2021

ECLI:NL:HR:2021:438

Datum: 23-03-2021

Onderwerp: Redelijke termijn, 6 EVRM

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Brandstichting in kelder van café in Ravenstein, art. 157.1 en 157.2 Sr. 1. Overschrijding redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof volstaan met constatering dat sprake is van overschrijding van redelijke termijn? 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr. Ad 1. HR: Op redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Hof heeft vanwege totale duur van berechting in 2 instanties van minder dan 3 jaren, geoordeeld dat t.a.v. overschrijding van redelijke termijn in h.b. met ruim 9 maanden kan worden volstaan met enkele constatering dat er sprake is van overschrijding van redelijke termijn. Dit oordeel is niet z.m. begrijpelijk. Bijzondere omstandigheden kunnen weliswaar rechtvaardigen dat wordt volstaan met vaststelling dat redelijke termijn in bepaalde fase van strafproces is overschreden. Omstandigheid dat uit totale duur van berechting in 2 instanties blijkt dat overigens voldoende voortvarend is gehandeld bij afdoening van strafzaak, kan echter niet als zodanige bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Ook inzendtermijn in cassatiefase is overschreden. HR vermindert opgelegde gevangenisstraf met 7 maanden.Ad 2. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob Baumgardt

advocaat Baumgardt Strafcassatie Advocatuur