Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:492 Hoge Raad 24 maart 2020

ECLI:NL:HR:2020:492

Datum: 24-03-2020

Onderwerp: Mensenhandel

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Feitelijke leiding geven aan door rechtspersoon begaan van mensenhandel door ex-verslaafde i.h.k.v. opvang en zorgverlening 2 jaren lang zonder betaling te laten werken in keukenbladenfabriek van bedrijf van verdachte, art. 273f.1.4 Sr. Is sprake van uitbuiting? In art. 273f.1 Sr voorkomend bestanddeel ‘uitbuiting’ is in wet niet gedefinieerd, behalve door opsomming in art. 273f.2 Sr van aantal vormen van uitbuiting, waaronder gedwongen of verplichte arbeid of diensten. De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van ‘uitbuiting’ in de zin van onderhavige bepaling, is niet in algemene termen te beantwoorden maar is sterk verweven met omstandigheden van geval. Bij beantwoording van die vraag komt in geval als onderhavige o.m. betekenis toe aan aard en duur van tewerkstelling, beperkingen die zij voor betrokkene meebrengt en economisch voordeel dat daarmee door tewerksteller wordt behaald. Bij weging van deze en andere relevante factoren dienen in Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd (vgl. ECLI:NL:HR:2009:BI7099). In dit verband is nog van belang dat ‘uitbuiting’ moet worden aangemerkt als impliciet bestanddeel van art. 273f.1.4 Sr, nu in die bepaling bedoelde gedragingen eerst dan als ‘mensenhandel’ kunnen worden bestraft indien uit bewijsvoering volgt dat is voldaan aan voorwaarde dat zij zijn begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld (vgl. ECLI:NL:HR:2016:556). Gelet op door hof vastgestelde omstandigheden geeft ‘s hofs oordeel dat m.b.t. ex-verslaafde A sprake is geweest van uitbuiting, niet blijk van onjuiste rechtsopvatting en is dat oordeel toereikend gemotiveerd. Omstandigheid dat sprake was van re-integratietraject voor ex-verslaafden, maakt dat niet anders. Hof heeft die omstandigheid en consequenties daarvan in aanmerking genomen maar geoordeeld dat in specifiek geval van A zodanig ernstige disbalans bestond tussen doelstellingen van dit traject en aard, duur en intensiteit van werkzaamheden van A en omstandigheden waaronder deze werden verricht, dat sprake was van uitbuiting. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak