Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2015:3309 Hoge Raad 24 november 2015

ECLI:NL:HR:2015:3309

Datum: 24-11-2015

Onderwerp: Uitlokking

Overige onderwerpen: Mensenhandel

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


OM-cassatie. Mensenhandel, art. 273f.1 aanhef en onder 1,2 en 4 Sr. 1. Het oordeel van het Hof dat het in art. 273f.1 aanhef en onder 4, Sr omschreven feit alleen strafbaar is als het is begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting, mede in het licht van de door het Hof vermelde wetsgeschiedenis en in aanmerking genomen dat ook handelen in strijd met art. 273f.1 aanhef en onder 4, Sr wordt gekwalificeerd als mensenhandel. 2. Uitbuiting. HR herhaalt ECLI:NL:HR:2009:BI7099 en voegt daaraan toe dat in geval van minderjarige s.o. de beoordeling van dergelijke factoren tot een andere uitkomst kan leiden dan in het geval het s.o. meerderjarig is. Het oordeel van het Hof dat dat het oogmerk van uitbuiting niet kan worden bewezen dan wel dat van uitbuiting geen sprake is geweest, is ontoereikend gemotiveerd. 3. Causaal verband tussen het handelen van de verdachte en het besluit van de betrokkenen om drugs te smokkelen. Het oordeel van het Hof is niet z.m. begrijpelijk, nu de enkele vaststellingen dat de betrokkenen zich bewust waren dat zij enig risico liepen en dat de beloning voor hen de doorslaggevende factor was, niet z.m. meebrengen dat van het werven door misleiding en/of misbruik van een kwetsbare positie geen sprake is geweest. Cassatie verdachte. Medeplegen van uitlokking. 1. HR: een in het vooruitzicht gestelde en daadwerkelijk ook gegeven beloning kan niet tegelijkertijd worden aangemerkt als zowel een belofte als een gift waardoor het feit is uitgelokt (vgl. ECLI:NL:HR:1973:AB6110). HR spreekt om redenen van doelmatigheid verdachte alsnog vrij van het tenlastegelegde onderdeel gift(en) en de daaraan gegeven nadere omschrijving. 2. HR: de opvatting dat een medepleger van uitlokking d.m.v. meerdere uitlokkingshandelingen uitvoeringshandelingen t.a.v. elke uitlokkingshandeling moet hebben verricht, vindt in haar algemeenheid geen steun in het recht.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob Baumgardt

advocaat Baumgardt Strafcassatie Advocatuur