Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:1978:AC6373 Hoge Raad 24 oktober 1978

ECLI:NL:HR:1978:AC6373

Datum: 24-10-1978

Uitspraak naam: De ‘Cito’ formule

Onderwerp: Poging

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl, LegalFlix



Uitzendbureau Cito. Medeplegen poging tot diefstal met geweld door in 1976 in Amsterdam met gedeeltelijk afgedekt gelaat, schietklaar vuurwapen en lege weekendtas aan te bellen bij uitzendbureau, art. 312.2.2 Sr. 1. Ontvankelijkheid cassatieberoep, geen cassatie-akte opgemaakt. Kan brief van in Duitsland gedetineerde verdachte worden aangemerkt als bijzondere volmacht a.b.i. art. 450.1.b Sv? 2. Bewijsklacht poging, begin van uitvoering van voorgenomen misdrijf. Moeten gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van misdrijf?
Ad 1. Er is geen cassatieakte a.b.i. art. 451.1 Sv opgemaakt, waaruit blijkt dat verdachte op de wijze als voorgeschreven in art. 449.1 Sv heeft verklaard tegen 's hofs arrest beroep in cassatie in te stellen. HR houdt het er nochtans voor dat dit beroep op regelmatige wijze namens verdachte is ingesteld, nu zijn vóór afloop van cassatietermijn ter griffie hof ingekomen brief (gelet op inhoud ervan en feit dat verdachte tijdens schrijven ervan verbleef in detentie-inrichting in buitenland) redelijkerwijs moet worden opgevat als bijzondere volmacht in de zin van art. 450.1.b Sv. Omstandigheid dat opmaken van cassatieakte ter griffie achterwege is gebleven, ofschoon daartoe strekkende bijzondere volmacht tijdig op griffie is ingekomen, mag niet strekken ten nadele van degene die deze volmacht had afgegeven.
Ad 2. Wanneer (zoals t.l.v. verdachte bewezen is verklaard) iemand het voornemen heeft opgevat om in kantoor het misdrijf van art. 312.1 Sr te plegen en teneinde tot uitvoering daarvan te geraken bij dat kantoor aanbelt met gedeeltelijk afgedekt gelaat, een schietklaar vuurwapen en lege weekendtas, zijn deze gedragingen aan te merken als begin van uitvoering van voorgenomen misdrijf, nu zij naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van misdrijf.
Volgt verwerping. CAG: anders t.a.v. ontvankelijkheid cassatieberoep.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob Baumgardt

advocaat Baumgardt Strafcassatie Advocatuur

mr. Marlies Loenen

docent Vrije Universiteit Amsterdam straf(proces)recht