Huwelijksgoederenrecht. Verdeling maatschap; periodiek verrekenbeding; overgespaarde inkomsten; verdeling echtelijke woning; beleggingsleer; procesrecht; hoger beroep; bevoegdheid van appelrechter om na vernietiging van tussenvonnis de zaak aan zich te houden om op de hoofdzaak te beslissen uit art. 356 Rv.; beoordeling grief door hof zonder de verdere afdoening van de zaak aan zich te trekken in overeenstemming met HR 24 september 1993, nr. 15080, NJ 1994, 299.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Verrekenbeding en stamrecht
- Hoge Raad 13 maart 2020 (ECLI:NL:HR:2020:417)
-
Welke beleggingen
- Gerechtshof Den Haag 13 april 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:1902)
- Hoge Raad 10 juli 2009 Verbouwde woonboerderij (ECLI:NL:HR:2009:BI4387)
-
Rechtspraak verrekenbedingen
- Hoge Raad 19 november 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BN8027)
-
Bewijsvermoeden
- Hoge Raad 19 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:637)
-
Arresten HR verrekenbedingen
- Hoge Raad 10 juli 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1875 )
Aanmelden | Hoge Raad 25 april 2008
Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.com? Maak een account aan