Hoge Raad 15 november 2024 College van Beroep voor het bedrijfsleven 3 september 2024 Parket bij de Hoge Raad 27 augustus 2024 Parket bij de Hoge Raad 24 mei 2024 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22 april 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:447 Hoge Raad 26 maart 2021

ECLI:NL:HR:2021:447

Rechtbank:Hoge Raad

Datum: 26-03-2021

Onderwerp: Fatale termijn

Rechtsgebiedenregister: Vastgoedrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Inhoudsindicatie:

Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Aannemingsovereenkomst. Vaststellingsovereenkomst. Fatale termijn overeengekomen?


Uitspraak:

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/01329

Datum 26 maart 2021

ARREST

In de zaak van

KRIMPENSE KOZIJNEN HANDEL B.V.,gevestigd te Krimpen aan den IJssel,
EISERES tot cassatie,
hierna: KKH,
advocaat: J. van Weerden,

tegen

1. [verweerder 1],wonende te [woonplaats],
2. [verweerster 2],wonende te [woonplaats],
3. [verweerster 3] V.O.F.,gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: A. Knigge.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

de vonnissen in de zaak 5833301 \ CV EXPL 17-2362 van de kantonrechter te Dordrecht van 18 mei 2017 en 18 januari 2018;

de arresten in de zaak 200.242.848/01 van het gerechtshof Den Haag van 23 oktober 2018 en 7 januari 2020.

KKH heeft tegen het arrest van het hof van 7 januari 2020 beroep in cassatie ingesteld.

[verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor [verweerders] toegelicht door hun advocaat en S. Hogendoorn.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van KKH heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3Beslissing
De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt KKH in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien KKH deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 26 maart 2021.

Spreker(s)