Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2019:1856 Hoge Raad 26 november 2019

ECLI:NL:HR:2019:1856

Datum: 26-11-2019

Onderwerp: Aanhoudingsverzoeken/aanwezigheidsrecht

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Art. 416.2 Sv na veroordeling t.z.v. opzetheling (art. 416 Sr). Aanhoudingsverzoek niet gemachtigde raadsman ttz. op de grond dat hij verdachte wel had verwacht en hij van raadsman van verdachte in andere zaak heeft vernomen dat verdachte in detentie zat, door Hof afgewezen o.g.v. overweging dat er geen sprake is van detentie en verdachte op de hoogte is van zitting. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2018:1934, inhoudende dat dat rechter verzoek reeds - zonder dat wordt overgegaan tot afweging tussen alle bij aanhouding van onderzoek ttz. betrokken belangen - kan afwijzen op de grond dat aan verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk is. Hof heeft geoordeeld dat aan verzoek tot aanhouding van behandeling van zaak ten grondslag gelegde omstandigheid dat verdachte zich t.t.v. zitting in h.b. mogelijk in detentie bevond, niet aannemelijk is geworden, zodat verzoek moet worden afgewezen. Dat oordeel is, gelet op verhandelde t.tz. in h.b., niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak